Tijdens het laatste Prinsjesdagontbijt hoorde ik onze Gedeputeerde EZ, Bert Pauli, tussen neus en lippen aangeven dat het einde van de ‘Koepels’ in zicht is. Hij illustreert zijn uitspraak vervolgens met de mededeling dat bijvoorbeeld 70% van de leden van de grootste landelijke vakbond inmiddels met pensioen is!
Ik moet eerlijk bekennen dat dat de grootste eye-opener sinds lange tijd is geweest.
Vakbonden bestaan sinds het ontstaan van de industriële revolutie. Het was in die tijd heel hard nodig voor werknemers om zich te verenigen, om zodoende een positie te kunnen vormen tegen de vaak Aristocratische ondernemers. Werknemers werkten vaak onder het bestaansminimum en van een sociaal vangnet was geen sprake.
Na WO II kregen de vakbonden een ander karakter. De economie kwam in een versnelling en er werd door nagenoeg alle partijen goed verdiend. Werknemers wilden daarvan maximaal meeprofiteren en werden zich meer bewust van hun belangrijke (schaarse) positie. Werkgevers gingen zich op hun beurt organiseren om zich een positie tegen de ‘veel’ eisende vakbonden te verschaffen. De ‘Koepels’ waren geboren en overlegden samen over Collectieve ArbeidsOvereenkomsten (CAO). Dit spel tussen de overkoepelende organisaties van werkgevers en werknemers (de ‘Koepels’) is in de volksmond bekend geworden als ‘Polderen’.
Nu, anno 2015, lijken de ‘Koepels’ dus aan slijtage onderhevig! Sterker nog, men kan zich afvragen of ze niet allang ‘in coma’ liggen, maar door diverse Bobo’s uit eigen belang in leven worden gehouden. Wat is het draagvalk van een vakbond waarvan 70% van de leden met pensioen is?? Dat is ook de vraag die andere Koepelorganisaties zich mogen stellen. Voor wie doe je het? Wie verschaft jou draagvlak voor hetgeen je uit naam van een ander doet??? Is onze maatschappij, en zijn daarmee de tegenwoordige werknemers en werkgevers, niet zodanig individualistisch ingesteld dat zij zelf wel hun eigen belangen met elkaar kunnen regelen. Vertegenwoordigen onze koepels hun achterban nog wel of zijn ze daadwerkelijk achterhaald.
In de bedrijfsterrein- en ondernemersvereniging waar ik in het bestuur zit hebben we deze vraag prominent op onze agenda gezet. Voor wie doen we het en wat kunnen we nog voor hen betekenen?